Meiweek 1988

Lees beneden het complete meiweekboekje uit 1988.

Boekje_1988
Box content

Verslag

Dit verslag is niet zozeer gericht op het zoeken, transporteren en verstoppen van de roof-den (zie hiervoor het verslag van de kapcommissie), doch meer op de “moeilijkheden” die zich in de Mei-week tijdens dit spel hebben voorgedaan.
Het verslag beoogt zoveel mogelijk een chronologisch overzicht te geven van de Mei-week. Het is ook niet de bedoeling om met dit verslag mensen te grieven; in voorkomend geval zal daarom altijd sprake zijn van een groep en nooit van personen.

Maandag
Bij het vinden van de den door de groep “Snuffelaars” bleek dat in die groep twee Friese jongens meededen; enkele jaren geleden is
hierover het besluit genomen: alleen mensen uit de Landgraaf die een band hebben met een inwo(o)n(st)er van Abdissenbosch, hebben het recht om deel te nemen aan het zoeken van de den. Was hiervoor toestemming verleend en zo ja waarom is dit niet doorgegeven aan de groepen?

Dinsdag
De eerste 2 dagen is er veel vergaderd over de rol van de niet aangesloten jongeren; m.b.t. de gevonden oplossing is een compliment aan de kapcommissie en de groepen hier op zijn plaats. Ons inziens is de groep “Snuffelaars” op dat moment echter “indirect” het slachtoffer geworden van de handelwijze (tippen) van de jongeren; op het moment dat de groepcommandant van OMJA toegaf gebruik te hebben gemaakt van deze “tip” was het beter geweest om de “Snuffelaars” de den opnieuw te laten verstoppen. 

Ook had in deze eerste dagen de groep “Hellband” nogal wat problemen met de interpretatie van de reglementen o.a.:

1. verkeer tijdens transport van de den;
2. privé-terrein.

1. Verkeer
Gedurende het onderhoud van de kapcommissie en de scheidsrechters werd aan de commandant van de “Hell-band” duidelijk gemaakt dat mensen die dit onwetend doen (werk, privé-omstandigheden etc.) moeilijk onder de betreffende reglementen kunnen vallen. Hem werd toen verzekerd dat geen enkele groep dienaangaande bevoor- c.q. benadeeld zal worden.

2. Privé-terrein
Op dinsdag werd de den door de “mei-jongens’ reglementair verstopt achter her: huis van de fam. Krijnen aan de Zurcoaweg. Voor alle duidelijkheid, en wij centen da:: de groepen hiervan nog beter op de hoogte gebracht dienen te worden, geldt dat indien:
a) de mogelijkheid bestaat dat men aan een kant een terrein kan betreden en dit perceel niet direct als privé te boek staat;
b) waarop geen bord verboden toegang aangebracht is, deze plaats ten allen tijde door de scheidsrechters geaccepteerd zal
worden als verstopplaats.

Toen de den echter door de OMJA gevonden werd is men over privé-terrein gaan transporteren; dit is zonder toestemming van de eigenaar niet toegestaan. De desbetreffende scheidsrechter had hierop moeten reageren door de groepscommandant van de OMJA toestemming te laten vragen aan de eigenaar (in dit geval dus de fam.Krijnen). Aansluitend werd door de OMJA de den meer dan duidelijk op privé-terrein verstopt.

In het accepteren van deze verstopplaats is de scheidsrechter duidelijk te kort geschoten. Toen de den dan uiteindelijk toch gevonden werd hebben de scheidsrechters zich nogmaals beraden en werd uitdrukkelijk gesteld:
– is er duidelijk sprake van privé-terrein en is het niet mogelijk om toestemming te vragen aan de eigenaar om de den over het perceel te transporteren, wordt dit door de scheidsrechters geweigerd;
– op plaatsen waar de scheidsrechters twijfelen (al dan niet privé) zal de den nooit neergelegd kunnen worden.

Donderdag
Tegen de avond vond de groep “Stropers” de den bij de visvijver en na enig “lach- en dijenkletswerk” besloot men de den tegen de
grens op het stort te verstoppen. Naderhand had de kapcommissie enkele opmerkingen betreffende de verstopplaats en met name over de grens die toen aangehouden is. Het mag duidelijk zijn: daar waar de grens niet exact te bepalen is (bomen, struiken etc.) kan het voorkomen dat daar deze grens enigermate flexibel (bijv. met een marge van enkele meters) door de scheidsrechters behandeld wordt.

Vrijdag
De problemen op de laatste zoekdag zullen iedereen inmiddels wel voldoende bekend zijn. Toch willen wij niet nalaten dit voorval, voor alle duidelijkheid, nog even de revue laten passeren.
Om 17.00 uur werd de den door de OMJA gevonden op de plek waar de groep “Heil-band” deze verstopt had; tijdens het transport werd door een van de leden van de OMJA iemand van de “mei-jongens” betrapt; de scheidsrechter heeft toen om 18.00 uur het spel stopgelegd en samen met de groepscommandant van de OMJA werd de kapcommissie geïnformeerd. Uit de toen afgelegde verklaringen van beide partijen kon worden afgeleid dat de betrokken “mei-jongen” zich in ieder geval buiten de grenzen bevond, maar: “het hoe en het waarom” van het zich daar bevinden op zijn minst aanvechtbaar was.
Na beraad heeft de kapcommissie toen het volgende besluit genomen:
– de “mei-jongens” zouden niet behoeven terug te treden;
– de tijd vanaf 17.30 uur te laten staan voor de OMJA en het zoeken opnieuw te laten aanvangen om 19.00 uur; in de praktijk betekende dit dat de OMJA dus 3 uur erbij kregen voordat het zoeken opnieuw begon.
In eerste instantie was de groepscommandant van de OMJA het niet eens mer het besluit. Men wilde de “mei-jongens” geroyeerd zien. Aangezien de kapcommissie zich niet bij deze eis wilde neerleggen ging het de verkeerde kant op met betrekking tot het verder gaan met het spel. Door bemiddeling van de scheidsrechters, die nogmaals de nadruk legden op het slagen van de Mei-week, en dat zeker een groep als de OMJA daar mee voor kan zorgen, ging de OMJA uiteindelijk akkoord met het voorstel van de kapcommissie. Tot zover de opsomming van het voorval. Wij als scheidsrechters, willen echter niet nalaten om tegen de genomen besluiten stelling te nemen.

– Gezien het gebeurde in de Mei-week 1987, toen de groep “Stropers” geschorst werd voor een soortgelijk feit, heeft, de kapcommissie een ideale gelegenheid voorbij laten gaan om voor eens en voor altijd het punt “betrapt worden tijdens het transport” uit de wereld te helpen; ons inziens had de groep “mei-jongens” zich terug moeten trekken.

Psychologisch gezien heeft men hier een unieke kans voorbij laten gaan.
– Ook het besluit om achteraf de 3 uur van de groep OMJA terug te draaien naar 1,5 uur was niet bijzonder gelukkig. Door dit besluit
namelijk was de kans dat de OMJA beslag kon leggen op de meeste uren definitief verkeken.
Hoe het genomen besluit door de groepen opgenomen werd heeft iedereen de rest van de avond zelf kunnen beoordelen.
Kreten als:
– “meten met twee maten”
– “de kluit wordt bezeikt”
– “zo hoeft het voor ons niet meer”
– “we gaan 3 meter buiten de grens staan, men wordt toch niet geschorst”
– “waarom zijn er scheidsrechters bij het spel? De kapcommissie doet toch wat zij wilt. (denk hierbij aan het terugdraaien van de 3 naar l,5 uur).
Dat de OMJA tot een reactie over zouden gaan (gezien het feit van de uren) lag voor de hand. Men liet zich in de loop van de avond moedwillig betrappen. Dit is zonder meer afkeurenswaardig. Als men het niet eens was met de gang van zaken had men dit op de volgende groepenvergadering aan de orde kunnen stellen.
De houding van de groep OMJA had gelukkig geen nadelige invloed op het verloop van de laatste nacht.
Tot slot willen wij niet nalaten om de kapcommissie 1988 een pluim te geven op de manier waarop zij de samenwerking met de scheidsrechters tot het einde toe volbracht heeft; ook al was de laatste dag er weer e-en die niet licht vergeten zal worden.

Zo er al sprake is van “kritiek” in dit verslag hopen wij dat die ertoe bij zal dragen om de Mei-week in de toekomst; nog beter te laten verlopen door de scheidsrechters.